Nierstenen, de symptomen, de behandeling en het voorkómen ervan
Leestijd: 5 minutenOnze nieren, twee vuistgrote boonvormige organen achter de onderste ribben in de rug, verwijderen afvalstoffen uit ons lichaam. Daarnaast regelen ze de bloeddruk en zorgen ze voor een goede vocht- en zoutbalans. Ook maken de nieren hormonen aan die op hun beurt weer rode bloedcellen aanmaken. Elke nier bestaat uit een miljoen kleine filtertjes waardoor steeds bloed wordt gepompt. Deze filtertjes zuiveren zo het bloed van afvalstoffen en van overtollig vocht, wat het lichaam vervolgens via de blaas verlaat in de vorm van urine. Bij ongeveer 5% van de bevolking – meestal in de leeftijdscategorie van 30 tot 60 jaar en bij meer mannen dan vrouwen - zijn nierstenen in de nieren aanwezig. Nierstenen zijn een soort samengeklonterde kristallen die met name ontstaan door een ongezonde levensstijl. Nierstenen vallen dan ook onder de noemer van de welvaartsziekten.
Nierstenen zijn er in verschillende soorten en maten. Zo zijn er hele kleintjes, die vaak, zonder klachten te geven, uitgeplast worden, maar er zijn ook grotere die de urineleider kunnen blokkeren, waardoor een opeenhoping van urine in de nier ontstaat. Dit geeft een hevige koliekachtige pijn in de zij en onder in de rug en mensen met deze klachten hebben een enorme bewegingsdrang; ze kunnen niet stil blijven zitten.
Soorten nierstenen
Zoals gezegd zijn er dus verschillende soorten nierstenen, niet alleen wat betreft formaat maar ook wat betreft het materiaal (zouten) waarvan de steen gemaakt is. Zo zijn er calciumstenen, urinezuurstenen, cystinestenen en struvietstenen. Om een niersteen op de juiste manier te behandelen, is het belangrijk precies te weten uit welke zouten de steen bestaat. Calciumstenen zijn het meest voorkomend. Zo’n 85% van de nierstenen is een calciumsteen. Deze stenen bestaan uit calciumfosfaat of calciumoxalaat en ze zijn vaak klein met zeer scherpe randen, waardoor ze heel pijnlijk zijn.
Struvietstenen bestaan uit magnesiumammoniumfosfaat (struviet) en zijn stenen die met regelmaat terugkomen. Ze ontstaan door urineweginfecties en komen vooral voor bij vrouwen. Deze stenen worden ook wel infectiestenen genoemd, omdat er bacteriën in terug te vinden zijn. Soms ontstaat hierdoor een nierontsteking en gaan de nieren minder goed werken.
Urinezuurstenen ontstaan door een teveel aan urinezuur. Meestal wordt dit teveel veroorzaakt door purines. Purines zijn organische verbindingen die met name in dierlijk voedsel (vlees en vis) en in bonen, erwten en bier aanwezig zijn. Het lichaam breekt purines af tot urinezuur in de darmen en in de nieren. Een teveel aan urinezuur kan ook klachten van jicht veroorzaken.
Cystinestenen zijn stenen opgebouwd uit het aminozuur cystine dat ook voorkomt in onze haren en nagels. Cystinestenen zijn zeer zeldzaam en komen alleen voor bij mensen met een erfelijke stofwisselingsziekte die cystinurie heet.
De behandeling van nierstenen
Niet alle nierstenen hoeven verwijderd te worden, maar als de stenen zorgen dat de urine niet goed weg kan lopen in de blaas, als ze pijnklachten veroorzaken of zorgen voor urineweginfecties, dan is een behandeling de beste weg. Er zijn verschillende manieren om nierstenen te behandelen, maar de behandeling is wel afhankelijk van de soort, de grootte en de hardheid van de steen. Soms zijn pijnstillers voldoende effectief; door de aanwezigheid van een niersteen spannen de spieren rondom de urinewegen aan. Met pijnstilling ontspannen deze speren zich waardoor de doorgang wijder wordt en de steen uitgeplast kan worden.
Een andere manier van behandelen is door middel van een niersteenvergruizing. Met behulp van een niersteenvergruizer – een apparaat dat stevige schokgolven richting de steen stuurt die hierdoor uit elkaar trilt – kunnen kleine stukjes steen uitgeplast worden. Als een niersteenvergruizer niet werkt, omdat de steen te groot of te hard is, dan kan een steen verwijderd worden met behulp van een scopie. Dit kan zowel via de plasbuis (ureteroscopie) of via de huid (percutaan) waarbij de stenen ‘gevangen’ of in stukjes gelaserd worden.
Het voorkómen van nierstenen
Nierstenen zijn niet altijd te voorkomen, maar de kans ze te krijgen, is wel te verkleinen. Veel drinken, waardoor urine verdund wordt, is een goede manier. Drink per dag gemiddeld tussen de 2½ en 3 liter vocht en drink geen dranken waarin fosfor zit, zoals (light) cola en energydranken. Drink weinig tot geen alcohol en ben voorzichtig met grapefruitsap. Zorg ook dat je niet te veel vitamine C binnenkrijgt. Een teveel wordt niet door het lichaam opgenomen, maar komt in de urine terecht waardoor de kans op steenvorming wordt vergroot. Beperk daar naast het eten van oxalaatrijke producten, zoals spinazie, rabarber, bessen, sterfruit, cacao, chocolade en noten.
Heb je eenmaal een niersteen gehad, dan is de kans dat deze na verwijdering ooit weer terugkomt aanzienlijk. 75% van de personen krijgt binnen 20 jaar een nieuwe steen.
Bron: nierstichting.nl