Hartritmestoornissen
Leestijd: 6 minutenNormaal klopt een hart in rust tussen de 60 en 100 keer per minuut. Dit gebeurt in een regelmatig ritme. Is het ritme in rust niet regelmatig dan spreken we over een hartritmestoornis die het gevolg is van het niet goed samentrekken van het hart. Het hart kan dan te snel, te langzaam of zelfs onregelmatig kloppen.
Om een hartritmestoornis beter te begrijpen, gaan we hier eerst even kort terug naar de normale werking van het hart. Het hart is, in principe, een holle spier opgebouwd uit speciale hartspiercellen. Het bestaat uit twee helften: een rechter- en een linkerhelft. Deze helften zijn allebei weer opgebouwd uit een boezem en een kamer, die worden gescheiden door hartkleppen. Via de rechterkamer gaat bloed, dat in de rechterboezem binnengekomen is, naar de longen, waar het zuurstof oppikt. Daarna gaat het, inmiddels zuurstofrijke, bloed via de linkerboezem naar de linkerkamer die het bloed via de aorta (de grote lichaamsslagader) in het lichaam pompt.
Om te kunnen pompen, moeten de boezems en kamers zowel kunnen samentrekken als ontspannen. Als het hart ontspant, lopen de boezems vol met bloed. Vervolgens trekken eerst de boezems samen waarna het bloed in de kamers stroomt die op hun beurt weer samentrekken om het bloed uit het hart te pompen.
Het prikkelgeleidingssysteem
We zeiden al dat het hart in normale toestand regelmatig klopt. Dit kloppen wordt aangestuurd door een systeem dat elektrische prikkels geeft; het prikkelgeleidingssysteem. Deze prikkels komen vanuit het hart zelf en gebeuren via twee knopen.
De prikkel ontstaat via de sinusknoop, die zich in de wand van de rechterboezem bevindt en die de natuurlijke gangmaker wordt genoemd. De prikkel verspreidt zich over de wand van de boezems die vervolgens samentrekken richting de AV-knoop. De AV-knoop vertraagt de prikkel iets, waarna het zijn weg vervolgt en de hartkamers samentrekken. Treedt er een hartritmestoornis op dan is dit meestal het gevolg van een stoornis in dit geleidingssysteem.
De meest voorkomende hertritmestoornissen zijn:
- Boezemfibrilleren, ook atriumfibrilleren genoemd, waarbij de hartslag zowel onregelmatig als te hoog is.
- Boezemtachycardie, waarbij het hart te snel klopt.
- Bradycardie, waarbij het hart te langzaam klopt.
- Boezemflutter, een regelmatige hartslag die veel te hoog is (240 -340 slagen per minuut).
Algemene symptomen van een hartritmestoornis zijn: hartkloppingen, een pijnlijk en/of drukkend gevoel op de borst, zweten, hartoverslagen en misselijkheid, soms met een licht gevoel in het hoofd. Het kan voorkomen dat hartkloppingen afgewisseld worden met een normaal ritme.
Boezemfibrilleren
Bij boezem- of atriumfibrilleren is de hartslag én te hoog én onregelmatig. Dit is het gevolg van een niet goed functionerend prikkelgeleidingssysteem. De prikkels ontstaan niet alleen in de sinusknoop, maar op meerdere plekken tegelijk en bewegen kriskras door elkaar. Boezemfibrilleren kan behandeld worden met medicijnen, de implementatie van een pacemaker of met een cardioversie (het geven van een elektrische schok, waarna enkele seconden een hartstilstand optreedt) of een ablatie, waarbij via een katheter een draad wordt opgevoerd die, door middel van verhitting, hartweefsel beschadigt waarna een litteken ontstaat dat prikkels blokkeert.
Boezemtachycardie
Bij een boezemtachycardie kan de hartslag tot wel 200 slagen per minuut oplopen. Meestal komt de snelle hartslag aanvalsgewijs, maar soms is het altijd aanwezig. Boezemtachycardie kan leiden tot hartfalen, waarbij het bloed structureel niet goed door het lichaam wordt rondgepompt. Ook boezemtachycardie is een gevolg van een verstoring in het prikkelgeleidingssysteem. Als behandeling kunnen medicijnen gegeven worden, maar ook een ablatie of een cardioversie (zie boezemfibrilleren) kan een oplossing bieden.
Bradycardie
Bij een bradycardie is de hartslager lager dan 50 slagen per minuut. Dit hoeft niet per se problematisch te zijn; er zijn mensen, bijvoorbeeld topsporters, die in ruste altijd een lage hartslag hebben. Leidt die lage hartslag echter tot klachten, als vermoeidheid, hartkloppingen of duizeligheid dan is de behandeling ervan wenselijk. Dit gebeurt dan door middel van een operatie. Er zijn twee verschillende operaties mogelijk; de Mini-Maze operatie en de Epi sense operatie. Bij een Mini Maze wordt met behulp van een kijkoperatie een litteken aangebracht op de longaders waardoor de elektrische geleiding wordt onderbroken. Daarnaast wordt het linker hartoortje verwijderd. Dit oortje is een uitstulping van de linkerboezem, waarin zich soms bloedpropjes bevinden die de prikkeloverdracht verstoren. Bij een Epi sense operatie wordt alleen een litteken aangebracht op de longaders en blijft het hartoortje zitten.
Boezemflutter
Bij boezemflutter trekken de boezems van het hart te snel samen. Het lijkt op boezemfibrilleren met dat verschil dat het ritme niet onregelmatig is. Het is echter wel veel te hoog; tot wel meer dan 300 slagen per minuut. Boezemflutter is een reactie die vaak optreedt na het doormaken van een hartinfarct. Boezemflutter kan worden behandeld met medicijnen, een ablatie of met een cardioversie (zie boezemfibrilleren).
Heb je klachten die lijken op die van een hartritmestoornis, aarzel dan niet om contact op te nemen met een arts. Voor vragen over het gebruik van medicijnen bij een hartritmestoornis, kun je altijd terecht bij je apotheker.