Waarom ook niet-rokers COPD kunnen krijgen
Leestijd: 5 minutenCOPD – een ernstige aandoening aan de longen - is de vierde doodsoorzaak in de wereld en alleen al in Nederland zijn er meer dan 330.000 mensen die met deze diagnose proberen te leven. COPD wordt in veel gevallen veroorzaakt door roken, maar niet altijd. Er zijn ook mensen die slachtoffer worden van deze ziekte, zonder ooit een sigaret aangeraakt te hebben. Recent onderzoek laat zien dat COPD dan ook door andere factoren veroorzaakt kan worden; door de grootte van de luchtwegen en door een erfelijk eiwittekort.
Wat is COPD?
Een van de belangrijkste kenmerken van COPD, dat staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronische obstructieve longziekte) is benauwdheid. Door een chronische vernauwing van de luchtwegen kan iemand met COPD niet goed ademhalen, wat zich uit in kortademigheid, hoesten en het opgeven van slijm. Soms is de benauwdheid zo erg dat normale dagelijkse activiteiten niet meer mogelijk zijn. Er zijn twee verschillende longaandoeningen die vallen onder COPD, namelijk chronische bronchitis en longemfyseem.
Chronische bronchitis is een chronische ontsteking van het slijmvlies door een blootstelling aan prikkelende stoffen, zoals sigarettenrook. Als reactie op de ontsteking wordt veel slijm aangemaakt waardoor ademen lastig is. Bij longemfyseem gaan de longblaasjes verloren. Longblaasjes zijn, na inademing, verantwoordelijk voor het transport van zuurstof naar het bloed en voor de uitademing van afvalstoffen. Hoe minder longblaasjes er in de longen zijn, hoe moeilijker dit wordt.
De grootte van de luchtwegen
COPD wordt is een aantal gevallen dus veroorzaakt door roken, maar niet altijd. Er zijn mensen met COPD die nog nooit gerookt hebben en er zijn ook stevige rokers die geen COPD ontwikkelen. In een studie uitgevoerd door het NHLBI (National heart, lung and blood institute) in de Verenigde Staten dat gepubliceerd werd op 9 juni 2020, is vast komen te staan dat de grootte (de hoeveelheid vertakkingen in de longen) van de luchtwegen een rol speelt bij het wel of niet ontwikkelen van COPD. Mensen met relatief kleine luchtwegen (weinig vertakkingen) in verhouding tot de grootte van hun longen, hebben een kleinere ademhalingscapaciteit. Dit wordt dysanapsis genoemd. Tot voor kort werd aangenomen dat de luchtwegen altijd in verhouding met de longen meegroeien en dat iedereen ongeveer evenveel vertakkingen heeft, maar dit blijkt dus lang niet altijd zo te zijn. Om nu te onderzoeken of die grootte van de luchtwegen bijdraagt aan het wel of niet ontwikkelen van COPD, werden 6500 ouderen onderzocht. Minder longcapaciteit is een normaal verschijnsel bij ouder worden, maar nu blijkt dat ouderen met relatief kleinere luchtwegen veel minder longcapaciteit hebben dan gemiddeld en veel vaker COPD hebben ontwikkeld. Andersom bleek ook dat mensen met relatief grote luchtwegen in verhouding tot hun longen, veel minder risico lopen op het ontwikkelen van COPD, zij blijken genoeg ademreserve te hebben, zelfs al roken zij stevig.
Alfa-1 antitrypsine
De grootte van de luchtwegen blijkt echter niet de enige oorzaak van COPD naast roken. Onlangs is vast komen te staan dat een tekort aan het eiwit Alfa-1 antitripsine ook een rol speelt. Alfa-1, ook AAT genoemd, is een eiwit dat het lichaam beschermt tegen ontstekingen en dat gemaakt wordt in de lever. Bij een tekort aan AAT is het lichaam onvoldoende beschermd, met name tegen het enzym elastane. Elastane is een enzym dat onder meer de longen beschadigt, waardoor longemfyseem optreedt. Alfa-1 is een erfelijke aandoening en dit verklaart het soms al op jongere leeftijd optreden van COPD. Hoe eerder de diagnose van het tekort aan AAT gesteld wordt, hoe beter de kwaliteit van leven behouden kan blijven. Dit kan met goede medicijnen, leefregels en soms door aanvulling van extra zuurstof. In Nederland kan men voor behandeling van deze erfelijke COPD veroorzaker terecht bij het Alfa-1 expertisecentrum dat zich bevindt bij de afdeling longziekten van het Leids Universitair Medisch Centrum in Leiden. De behandeling die ingezet wordt, is die van de toediening van AAT, waardoor het beschadigingsproces verder gestopt kan worden.
Roken blijft echter wel de grootste veroorzaker van COPD. Het is dan ook zaak om, voordat het leed geschied is, sowieso te stoppen met roken. Eenmaal beschadigde longblaasjes zijn niet meer te herstellen. Stoppen met roken, is voor veel mensen erg moeilijk. Dit komt door de stof nicotine die in behoorlijke hoeveelheden in sigaretten zit. Nicotine is een verslavende stof, waar het lichaam al snel afhankelijk van wordt. Het is verstandig om hulp te zoeken bij het stoppen met roken. In de vorm van ondersteunende middelen en/of door psychische begeleiding.